|
Hairos II
bruine hengst, geboren in 1951
van Kairos 1.23
(v. The Great McKinney u. Uranie)
uit Salambo II 1.33
(v. Limoges u. Riveuse)
Fokker: George Gosselin te Calvados, Frankrijk
|
|
"Onze Wereldkampioen"
Voor de "Paard van de Eeuw"-verkiezing maakte D. Minkema
eind 1999 het volgende levensverhaal:
Roosevelt Raceway, New York, 20 augustus 1960.
Een record aantal van 54.861 toeschouwers bejubelt de kersverse
wereldkampioen Hairos II en zijn rijder Willem Geersen, "a
hulking 260 pounds of experienced horseman", zoals de verslaggever
van The Horseman and Fair World Nederlands meest succesvolle trainer
aller tijden typeert. Op de halve mijls-baan van Roosevelt Raceway gaf de Franse importhengst,
steeds in het tweede spoor opererend, zijn concurrenten geen kans
en hij zegevierde met een halve lengte voor de Italiaan Crevalcore
(met Vivaldo Baldi), Silver Song, Tornese, Icare IV en Tie Silk
in de tijd van 1.16,5a over de anderhalve mijl van The International
Trot. Een week later deden Geersen en Hairos II het in de revanche,
de Challenge Cup, nog eens dunnetjes over en ze wonnen spelenderwijs
in 1.16,3a over 2011 meter voor Tornese, Trader Horn, Crevalcore,
Su Mac Lad (die in 1961 en 1963 de International Trot zou winnen),
Icare IV, Silver Song en Tyson Scott. Op 4 september werd de nieuwe
wereldkampioen, getooid met de goudbrokaten kampioensdeken ter waarde
van $ 1500, op een volgepakt Duindigt op grootse wijze gehuldigd.
Boven: De aankomst van het Wereldkampioenschap:
Hairos II finisht furieus. Links komt de Italiaan Crevalcore
nog opzetten. 58.461 toeschouwers kijken hun ogen uit!
Ereronde na het behalen van het Wereldkampioenschap,
voor bijna 55.000 toeschouwers.
Verzorger Willem Runhaar lift mee.
Huldiging op Duindigt vanwege het behalen
van het Wereldkampioenschap.
Links van Hairos staat eigenaar Andries Voordouw.
Helemaal links de kinderen Geersen met hun moeder.
Geersen met Hairos II, getooid met de goudbrokaten
sierdeken van het Wereldkampioenschap 1960.
Deze deken is meegegaan met Willem Geersen in zijn graf.
De WK-helm is in het NDR-Museum te bewonderen, net als een
hoef-ijzer van de hengst en de sulky waarmee hij won in New York.
Naast de reus Geersen lijkt elk paard klein te zijn, maar Hairos
II
had een mooie maat, met een schofthoogte van 1,61 m.
U kunt hieronder beelden van het Wereldkampioenschap
bekijken via YouTube. We zien de Italiaanse "Vliegende Vos"
Tornese aan de leiding met daarnaast in het dodenspoor
onze "Hairos the Second". Tornese moet op het laatste
rechte
stuk capituleren en Hairos gaat gewoon door. Aan zijn
buitenkant komt de Italiaan Crevalcore nog op, die een fout
bij de start had gemaakt. Derde Silver Song, vierde Tornese.
Vóór de verkoop
Het winnen van het officieuze wereldkampioenschap was het absolute
hoogtepunt uit de glansrijke carrière van Hairos II, die
door Geersen twee jaar daarvoor was aangekocht van zijn fokker Georges
Gosselin uit Calvados. De toen zevenjarige hengst was op dat moment
een subtopper, die op de Franse banen meer uitgeschakeld dan gehandhaafd
was. Hij had uit 115 starts 13 maal gewonnen. Als driejarige deed
hij van zich spreken door in juli op de baan van Enghien de Prix
Williams te winnen in 1.23,2 over 2125 m, waarmee hij het één
jaar oude record voor driejarigen, gevestigd door Gélinotte,
egaliseerde. Voor zijn verkoop aan Geersen zou hij zich twee keer
in het buitenland vertonen. In 1957 startte hij op Sterrebeek in
de Grand Prix d'Hiver en werd daar verdienstelijk derde in 1.19.5
over 2340 meter, zijn record, achter de Zweedse merrie Marta Rappson
en de Belgische Mary Frisco. En in juni 1958 startte hij op Duindigt
in de Grote Prijs der Lage Landen met zijn Belgische rijder Robert
d'Haene en werd vierde in 1.20,8 over 2620 m achter Icare IV (2640
m), Jamin (2660 m) en Quintus Harvester (2600 m).
Afstamming
Hairos II was een zoon van het in 1932 geboren Franse vaderpaard
Kairos, die op de baan niet had uitgeblonken, maar een voltreffer
in de fokkerij werd en o.a. de kapitale Franse merrie Gélinotte
bracht. Zijn vader was de in 1929 in Frankrijk geïmporteerde
Amerikaanse hengst The Great McKinney. Gepaard met de drievoudige
winnares van de Prix d'Amérique, Uranie, bracht hij niet
alleen Kairos, maar ook diens vier jaar jongere broer Ogaden, ook
een toonaangevend vaderpaard. De moeder van Hairos II, Salambo II,
had een mooi exterieur; zij is ook moeder van de later in Nederland
ingevoerde hengst Jousko Williams 1.20. Salambo II heeft veel volbloed
in haar pedigree. Bagatelle III, de grootmoeder van vaderszijde,
is een dochter van een volbloedmerrie, en van Louvois, de grootvader
van moederszijde, zijn de beide grootmoeders volbloed.
Aankoop en beslag
Eind juli 1958 werd Hairos II door Geersen aangekocht voor rekening
van de aannemer Andries Voordouw uit Oegstgeest en met hulp van de in Frankrijk werkende landgenoot Jan Kruithof. Geersen mocht de hengst op
Vincennes rijden en zag meteen dat aanspanning en beslag van geen
kant deugden. Hij had naar zijn mening veel te zware ijzers onder,
droeg teengewichten en loodboots. Die hadden hun tol al geëist
van de voorbenen, die al verscheidene malen gebrand waren. Geersen
vertelde later dat hij aanvankelijk Hairos II niet durfde kopen,
want toen hij een bod uitbracht, dacht hij dat de eigenaar Gosselin
hem met zijn kruk te lijf wilde gaan. Maar toch werden ze het uiteindelijk
eens met een bedrag van ca. 40 miljoen oude Franse Francs (ca. 15.000 gulden). Bij Geersen zou Hairos II op aluminium ijzers lopen, waarbij
het voorijzer met de takken voorwaarts ondergeslagen was, zodat
de teen geheel open bleef.
Een hoef-ijzer van Hairos II behoort
tot onze museumstukken.
Het is het aluminium hoef-ijzer in het midden
met al die nagelgaten. Het ijzen werd "verkeerd om"
ondergeslagen, dus met de takken naar voren.
Eerst bij Jan Kruithof
Omdat Hairos II door zijn oude eigenaar nog was ingeschreven voor
de Prix de Washington, die vijf dagen later op Enghien werd verreden,
liet Geersen de hengst voorlopig op het entrainement van zijn vriend
Jan Kruithof in Lamorlaye. Kruithof toog meteen aan het veranderen.
Het resultaat was dat Kruithof de met een eerste prijs van 1 miljoen
(oude) francs gedoteerde Prix de Washington op stap won in 1.15,9
over 1620 meter. Hairos II werd hiermee gelijk het op twee na snelste
paard van Europa achter Jariolain en Tornese, die beide een record
van 1.15,7 hadden.
Jan Kruithof wint op 2-8-1958 met Hairos II
"ingehouden" de Prix de Washington.
Goed twee weken later zegevierde Kruithof opnieuw met de hengst
op Enghien, nu in de Prix d'Europe, in 1.18,5 over 2825 meter, voor
Icare IV, die 25 meter moest geven. De lucratieve eerste prijs bedroeg
2,5 miljoen (oude) Franse francs. In september zette Kruithof de
zegetocht met Hairos II voort in Duitsland. Hij won in Hamburg-Farmsen
zonder overmatige inspanning het Gladiatoren-Rennen voor de in Duits
bezit zijnde Fransen Ivacourt en lolcos.
Boven: Hairos II met Jan Kruithof in het voorwerk
voor het Gladiatoren-Rennen in 1958.
Zo gemakkelijk won Hairos II met Jan Kruithof
het Gladiatoren-Rennen.
Willem Geersen (links met hoed) kijkt toe
terwijl Hairos II en zijn vriend Jan Kruithof
na de overwinning worden gehuldigd.
De winnaar wordt onder grote belangstelling gewassen.
Boven: Hairos II wint met Jan Kruithof de Preis von Deutschland 1958.
De achtervolgers zijn machteloos.
In Hamburg-Bahrenfeld won hij de Preis von Deutschland voor Eifersucht
en Fifi Beau Gosse. En begin oktober in München-Daglfing met
grote overmacht en onder een storm van applaus de Preis der Besten
met 15 meter voorsprong op de Zweed Tampiko. Daarna werd hij met
Jan Kruithof twee maal derde op Vincennes, eind december 1958 in
de Prix du Bourbonnais achter Jamin en Joli Veinard D en begin januari
1959 in de Prix de Bourgogne achter Jamin en Icare IV. De bedoeling
was dat hij in de grote koersen op Vincennes zou aantreden, maar
dat ging niet door. Een blessure, opgelopen in de Prix de Bourgogne,
kwam hem op 6 weken boxrust te staan. Begin maart leek hij zover
hersteld dat hij werd overgebracht naar Geersens entrainement op
Oud-Valkeveen.
(Intermezzo: Pierre Fokke uit het Bezuidenhout in Den Haag mailde
ons op 30-05-2008 dat hij met plezier het verhaal over Hairos II
gelezen heeft op onze site. Hij was begin jaren 60 leerling bij
Jan van Dooyeweerd en had daarvoor ruim 1 jaar gewerkt bij Jan Kruithof.
Dat was precies in de tijd van Hairos II.
Pierre was aanwezig bij de koers waarin Hairos II aan de overzijde
van de baan van Vincennes zwaar gehinderd werd door Jamin en geblesseerd
raakte. Zijn verslag: "Ondanks de opgelopen blessure wist Hairos
II op de finish nog hard in te lopen. Enkele dagen later moest de
smid bij de klassedraver komen want diverse specialisten konden
de hengst niet helpen. Jan Kruithof gaf de smid opdracht zijn hoef
af te kappen tot aan het leven. Zijn box werd voorzien van turfmolm
en stromend water. Hairos II kreeg een lange onderbroek aan van
Jan (helaas geen foto van, jammer hè!) , heeft zo weken gestaan,
en knapte weer helemaal op".)
Hairos II traint met Willem Geersen voor zijn come-back.
In Nederland
Er bleek echter sprake van een ernstige ontsteking tot op het bot,
zodat hij bij Geersen nog twee maanden noodgedwongen box-rust moest
ondergaan. Dankzij deskundige behandeling door dierenarts P.J. ter
Beek uit Naarden was hij toen genezen. Op 14 juni 1959 maakte hij
met Geersen zijn zegevierend debuut op de Nederlandse banen op Mereveld.
Het Nederlandse koerspubliek kon toen genieten van de mooie, harmonisch
gebouwde hengst met zijn expressief hoofd en zijn fenomenale zwevende
draf, extra opvallend door de witte bandages.
Hairos II met Willem Geersen.
Al zijn 12 starts in Nederland in dat jaar zette Hairos II in
winst om. Op 28 juni 1959 won hij op Duindigt de Grote Prijs der
Lage Landen in 1.19,9 over 2640 m voor de Franse cracks Jamin en
Icare IV, die beide 20 meter moesten voorgeven. Hairos II had in
het laatste rechte eind wel een moment van slecht draven. Het Kampioenschap
van Nederland op 1 november op Duindigt won hij met Martin Vergay
op uiterst gemakkelijke wijze voor Theo Messidor.
(We hebben beelden van de Grote Prijs der Lage Landen 1959 waarin
Hairos II wint van de Franse Prix d'Amérique-winnaar Jamin:)
(Via de Media-player)
U kunt dezelfde beelden hieronder via YouTube bekijken.
(Ook het Kampioenschap van Nederland 1959 kunt u zien door op onderstaande
camera te clicken. Slechts 3 deelnemers durfden het tegen hem op
te nemen. Hairos II wint voor Theo Messidor, Sirona en Double Six
M)
(Via de Media-player)
Boven: Gen. Baron van Heemstra Beker 1961:
Hairos II (1e met Willem Geersen) kort na de start,
gevolgd door Theo Messidor (4e met Freek Eerenberg).
Boven: Hairos II en Willem Geersen tijdens het defilé
op Duindigt d.d. 28-6-1959 voor de Grote Prijs der Lage Landen 1959,
waarin zij zullen schitteren.
Boven: Hairos II wint de Grote Prijs der Lage Landen 1959
met voorsrong op de Franse cracks Jamin en
Icare IV.
Boven: Hairos II en Willem Geersen tijdens de ereronde
op Duindigt na de Grote Prijs der Lage Landen 1959,
waarin zij hebben geschitterd.
Internationaal
Uiteraard was Willem Geersen dat jaar ook actief met hem op het
internationale front. Begin juli won hij in Gelsenkirchen onder
tropische omstandigheden voor 15.000 toeschouwers op ongenaakbare
wijze het Elite-Rennen voor Icare IV en Ivacourt. Twee weken later
verbeterde hij in de eerste heat van de Grote Prijs van Recklinghausen
het baanrecord, dat nog altijd op naam van Mac Kinley stond, met
een volle seconde en bracht het op 1.16,3. In de tweede heat kwam
hij na een hevig gevecht met de 40 meter gunstiger geplaatste lolcos
zelfs tot 1.15,7, maar hij werd gediskwalificeerd omdat hij de finish
in onreglementaire gangen passeerde.
Boven: Hairos II heeft in het Elite-Rennen 1959 al de leiding.
Links loopt de Franse crack Jamin.
Begin augustus pakte Hairos II uit op zijn favoriete baan Enghien.
Hij won voor de tweede maal de prestigieuze Prix de Washington.
Vijf dagen later deed hij op dezelfde baan een aanval op het baanrecord
over 1 km met vliegende start, gegangmaakt door een volbloed, gereden
door Patrick Céran-Maillard. Hij verpulverde het oude record
van 1.15,2 van Hyderabad en bracht het op 1.13,4, waarmee hij tevens
1 miljoen (oude) francs toucheerde. In september werd in Recklinghausen
Die Trophae gewonnen voor de Franse draver Jovial en de Rus Trepat.
Hairos II en Willem Geersen in het voorwerk op de
Franse baan van Enghien, waar zij de Prix de Washington
voor de tweede maal zouden winnen.
Boven: Hairos II bij een van zijn vele buitenlandse
overwinningen.
In de Preis der Besten in München-Daglfing had hij tegen
het eind weer problemen met zijn draf en moest hij zijn eeuwige
rivaal Icare IV voor laten gaan. Veertien dagen later was hij in
Gelsenkirchen weer oppermachtig in het Nienhausen-Rennen, dat hij
won in een nieuw koersrecord van 1.22,1 over 3320 m, 120 meter gevend
aan de koppaarden. Eind november moest hij in Milaan in de Gran
Premio delle Nazioni genoegen nemen met een vierde plaats achter
Tornese, Jamin en Icare IV.
Boven: Hairos II gaat per trein op reis naar Milaan.
Boven: Hairos II wordt door Wim Runhaar voorzichtig in de
treinwagon geleid voor de reis naar Milaan.
Willem Geersen kijkt toe.
Goedgekeurd
Diezelfde maand werd Hairos II op de hengstenkeuring in Hilversum
goedgekeurd. Stamboeksecretaris Kees Meinardi beschreef de hoog
in het bloed staande hengst als: "Een snelheidskoning, die
zich speciaal vanuit de voorhand enorm verheft en zodoende zijn
de zweefmomenten van Hairos II zeer lang, vandaar de grote snelheid
die hij kan ontwikkelen. Zijn aanrakingspunten met de grond zijn
zo soepel en zo gering als maar mogelijk is, zodat hem dit hoegenaamd
geen kracht kost."
Hairos II had een prachtig exterieur met een edel hoofd.
Van moeders kant voerde hij veel Volbloed.
Hairos II met Willem Geersen en Wim Runhaar in de trailer.
Ze komen terug van een training in Hilversum.
Geersen's auto, de Buick, staat voor de trailer.
(Wie zijn toch die jongens links?)
Prix d'Amérique 1960
Intussen werd Hairos II door Geersen rustig klaargemaakt voor het
grote werk op Vincennes. Ter voorbereiding van de Prix d'Amérique
startte hij op 17 januari 1960 in de Prix de Bourgogne. De baan
was echter zeer zwaar, zodat Geersen hem niet vroeg en hij eindigde
ongeplaatst. Twee weken later was de Prix d'Amérique, waarvoor
18 paarden aan de start kwamen. Geersen pakte meteen de kop en kreeg
op het laatst een zware aanval van de Italiaan Tornese met Sergio
Brighenti te verduren. Honderd meter voor de finish wankelde Hairos
II even, maar Geersen corrigeerde hem meesterlijk en dankzij zijn
uitzonderlijke moed hield de hengst stand tegen Tornese en Jamin, die 50m had moeten geven bij de start als tweevoudig winnaar van de PdA 1958/59.
In het verslagen veld niet de minste dravers: 4e Jour de Veine, 5e Infante II, 6e Iskander F, 7e Liebelei.
Ongeplaatst onder meer de bekende Kerjacques, Jariolain, Icare
IV en
Hortense L.
Hairos II won de koers over 2600 meter in 1.21.3 en verdiende
met deze overwinning 130.000 nieuwe francs, die door 3 moesten worden gedeeld om guldens te krijgen. Het jaar daarvoor kreeg de winnaar (Jamin) nog een miljoen, maar
dat waren oude Francs, die 100 keer zo weinig waard waren.
Hairos II werd een week later op Hilversum uitbundig gehuldigd.
Boven: Hairos II heeft, met nog een ronde van 2 km
te gaan, al de kop in de Prix d'Amérique van 1960.
Naast hem de merriess Jour de Veine en Infante II (?).
Boven: Finish van de Prix d'Amérique op 31 januari 1960.
Hairos wint met een halve lengte voorsprong.
De Italiaanse "Vliegende Vos" Tornese wordt tweede.
Links komt Jamin nog aangestormd. Hij had deze koers al twee keer
gewonnen en moest daarom 50 m geven bij de start, een onmogelijke
taak. Het paard aan de reling is de Franse merrie Jour de Veine,
die vierde wordt. Uit bovenstaande foto is een deel genomen
en ingekleurd, zie hieronder.
Boven: Ingekleurde zwart-wit foto van de aankomst van de
Prix d'Amérique op 31 januari 1960, afgedrukt in het
prachtige boek "Le Trotteur Français".
Boven: Nogmaals de finish van de Prix d'Amérique op 31 januari 1960.
Hairos wint met een halve lengte voorsprong. Hij werd iets onregelmatig
in zijn draf,
maar Willem Geersen ondersteunde zijn paard goed.
De Italiaanse "Vliegende Vos" Tornese loopt naast hem,
en ook hij draaft niet "vierkant". Het paard daarachter
is de Franse merrie Jour de Veine,
die vierde wordt.
Boven: Hairos II en Willem Geersen worden na de
Prix d'Amérique op Vincennes gehuldigd.
Boven: Hairos II en Willem Geersen bij hun ereronde na de winst
in de Prix d'Amérique op Vincennes, gedrapeerd met de Franse vlag.
Als het een kleurenfoto was geweest, zou het op
de Nederlandse vlag hebben geleken.
Boven: Hairos II wordt een week later ook in Hilversum gehuldigd
voor zijn overwinning in de Prix d'Amérique. De hengst is
zo te zien weer helemaal fris.
Boven: Hairos II loopt in Hilversum een ereronde met
de Prix d'Amérique-1960-vlag.
(We hebben op deze website ook Polygoon-journaal-beelden van
Hairos' overwinning in de Prix d'Amérique 1960.)
(via
de Media-player)
U kunt dezelfde beelden ook via YouTube bekijken.
Hieronder kunt u (via YouTube) Polygoon-beelden zien van de
huldiging van
Hairos II op Hilversum, waarbij Geersen zijn hengst
een rondje laat harddraven.
Het vervolg
Het volgende doel was de Grand Prix d'Hiver op Sterrebeek. Daarin
moest hij zijn meerdere erkennen in zijn twee jaar jongere halfbroer
Jousko Williams met Pierre Giffard. Jousko Williams was voor de
koers aangekocht door de eigenaar van Stal Arctic uit Nootdorp,
Han Post en hij liep voor de helft voor diens rekening. Ook in het
Grand Criterium de Vitesse in Cagnes sur Mer werd Hairos II tweede,
in 1.15,8a over 1609 m achter de Italiaanse "Vliegende Vos"
Tornese, maar voor Jamin. Eind mei werd hij derde in de Elitlopp
op Solvalla in 1.18,8 over 2720 m, achter Honoré II en Kaïd
D, aan wie hij 20 meter moest geven. Vervolgens was er weer winst
op het Deense Charlottenlund in het International Mesterskab. De
serie won hij voor de Zweden Lep Hanover en Adept, de finale met
meer dan 10 meter voorsprong op de Zweden Willburn en Adept en rivaal
Icare IV. Een week later won Hairos II in Göteborg de Aby Stora
Pris in 1.18.6 over 2620 meter, een nieuw baanrecord, voor Honoré
II en de Zweed King Bunter.
Boven: Met een straatlengte voorsprong wint Hairos II
het International Mesterskab 1960 op Charlottenlund.
Boven: Met een straatlengte voorsprong wint Hairos II
de Aby Stora Pris 1960.
De Grote Prijs van Recklinghausen ging de mist in, nadat hij zich
in het voorwerk had geraakt. Deze blessure was de reden om hem in
de Grote Prijs der Lage Landen op Duindigt buiten weddenschappen
te laten lopen. Hij won echter oppermachtig voor de Zweed Pompe
Trickson en de Franse merrie La Coulonces, die respectievelijk 60
en 40 meter voorgift genoten.
Boven: Hairos II wint in 1960 voor de tweede keer
de Grote Prijs der Lage Landen.
Tweede wordt Pompe Trickson (midden)
voor de Franse merrie La Coulonces (links),
de overgrootmoeder van Timoko.
Hieronder kunt u (via YouTube) Polygoon-beelden zien van
deze koers
Winnaar Europese Circuit
Met deze zege wist Hairos II zich al zeker van de overwinning
in het Europese Circuit. Het zou hem niet beletten een week later
het Elite-Rennen in Gelsenkirchen voor de tweede maal op zijn naam
te schrijven, ondanks 60 meter handicap op de koppaarden. Hij eindigde
in 1.19,4 over 2560 meter, 10 lengten voor Kaïd D (met Roel
Sierdsma) en Isidore F. Eind juli won hij in een nieuw koersrecord
(1.18,6 over 2700 m) voor de tweede maal de Grote Prijs van Duitsland
in Hamburg-Bahrenfeld voor Iskander F en Alfa Romeo, resp. 60 en
80 meter gunstiger geplaatst.
Boven: Wim Runhaar leidt Hairos II uit de veewagen.
Boven: Hairos II met zijn vaste verzorger Wim Runhaar
maken hun trainingsrondjes op een Duitse baan.
Boven: Hairos II behaalt een ruime zege in de Grote Prijs van
Duitsland op de baan van Hamburg-Bahrenfeld op 31 juli 1960.
Boven: Hairos II en Willem Geersen bezig met de trainingsarbeid
op een Duitse baan. Wim Runhaar kijkt toe.
Boven: Bij het droogstappen willen de fans wel met Hairos II
op de foto het stalterrein van dezelfde baan in Dld.
Wereldkampioen
Negen dagen later ging Hairos II met zijn vaste verzorger Willem
Runhaar op Schiphol op het vliegtuig om in New York met succes het
reeds gememoreerde Wereldkampioenschap te veroveren.
Een dame in "Nederlandse klederdracht" tracteert
Hairos II op een stukje Edammer kaas.
Zo te zien vindt hij het maar niets.
Boven: Geersen traint Hairos II op de baan van
Roosevelt Raceway bij New York.
Boven: De aankomst van het Wereldkampioenschap:
Hairos II finisht furieus. Links komt de Italiaan Crevalcore
nog opzetten. Rechts wordt Silver Song derde.
Boven: Huldiging van de Wereldkampioen.
Links van het paard staat zijn eigenaar A. Voordouw,
rechts verzorger Willem Runhaar.
Ereronde na de huldiging.
Close-up.
Terug in Europa zegevierde hij in drie heats in Berlin-Mariëndorf
in het Matadoren-Rennen. Op Duindigt werd het Kampioenschap van
Nederland weer even gemakkelijk gewonnen als het jaar daarvoor,
wederom voor Theo Messidor.
(We hebben voor u ook Polygoon-journaal-beelden van Hairos' overwinningen
in de Grote Prijs der Lage Landen 1960, het Kampioenschap van Nederland
1960 en het Wereldkampioenschap.)
(En ook nog oude filmbeelden uit 1960 van Hairos op zijn entrainement
en de complete koers om het Kampioenschap van Nederland (zie foto
hieronder).
Hairos II met de krans om vanwege de zege met Willem Geersen
in het Matadoren Rennen in 1960 na drie heats. Terug naar de stal
loopt Wim Runhaar achter de sulky.
Boven: Hairos II aan de kop in het Kampioenschap van Nederland 1960
op Duindigt, met nog een ronde te gaan. Achter hem Theo Messidor en
links met kap Quicksilver S. Achter Theo loopt diens stalmaatje Trudi Trothan
en helemaal achteraan Sammy Mars, die een fout had gemaakt.
Boven: Even verderop in de bocht van dezelfde koers:
Hairos II (W. Geersen) leidt en gaat zegevieren voor Theo Messidor,
Quicksilver S (links), Trudi Trothan en Sammy Mars (laatste).
Boven: Kampioenschap van Nederland 1960:
Hairos II en Willem Geersen zijn gehuldigd en staan
klaar voor de ereronde. Rechts verzorger Wim Runhaar.
Herfst 1960
Intussen werd Hairos II door Voordouw verkocht aan Willem Geersen,
die altijd een aandeel in de hengst had gehouden. Op 2 oktober zegevierde
hij andermaal in de Preis der Besten op München-Daglfing voor
Anwalt (de oudere volle broer van Heres) en Alfa Romeo. Hairos II
ging vervolgens nogmaals op het vliegtuig naar Amerika om op Yonkers
Raceway weer aan twee koersen deel te nemen. De reis ging allerminst
vlot. Wegens problemen met de KLM-machine werd het vertrek meerdere
keren uitgesteld en met meer dan 36 uur vertraging ging het toestel
de lucht in. Dit had kennelijk een grote aanslag op de vorm van
Hairos II gepleegd. Zowel in de Gotham Trot als de United Nations
Trot kwam hij er niet aan te pas. In de Gotham Trot trapte hij in
het wiel van de latere winnaar Su Mac Lad, kreeg een fout en hield
er een verwonding aan over. Hij werd nog vijfde, maar wegens hinderen
teruggesteld naar de 8e plaats. In de United Nations Trot, gewonnen
door Tie Silk, was hij wederom foutief.
Toen Hairos II op 11 december op Hilversum zijn rentree maakte in
de Allround Stayersprijs over 3900 meter was de echte vorm er nog
niet. Hij viel twee keer in galop, draafde slecht en balanceerde
op de rand van uitschakeling. Hij werd verrassend geklopt door de
60 meter gunstiger vertrokken stayer Qwiek Karel met Joop van den
Berg. In de Grote Kerstprijs op Hilversum won Hairos II zijn afdeling,
maar in de finale kon hij geen 20 meter geven aan Quicksilver S
met Jan Wagenaar.
Boven: de prachtige Hairos II in 1960
op de baan van München-Daglfing in Duitsland.
Boven: Hairos II gaat van start in de Preis der Besten 1960.
Rechts loopt de Fransman Jariolain. Hairos zal weer met
grote voorsprong winnen, voor Anwalt, die 60 m
voor de beide Fransen was gestart.
Hairos in 1961
In 1961 was te merken dat de zware koerscarrière het nodige
van Hairos II gevergd had. Vooral zijn beenwerk eiste de nodige
aandacht, ook al omdat hij van nature last had van klemvoeten.
Toch won hij dat jaar op zijn moed 8 van de 11 koersen in Nederland,
in de overige 3 werd hij uitgeschakeld. De Grote Prijs der Lage
Landen won hij voor de derde keer op rij, ditmaal voor Kavaljer
Fortuna. Hij draafde op het laatst slecht en hij ging vrijwel in
pacegang door de finish.
Hairos II wint in 1961 voor de derde maal de Grote Prijs
der Lage Landen op Duindigt.
Hier draaft hij nog goed.
Boven: Bij de finish houden zijn gangen het midden
tussen draf en galop. Toch wordt Hairos II gehandhaafd.
De Zweed Kavaljer Fortuna en Vrijdag (met
Bram Nottelman) worden resp. tweede en derde.
Hairos had 60 m moeten geven.
Boven: Hairos II is na de Grote Prijs
der Lage Landen 1961
gehuldigd en klaar voor de ereronde.
Boven: Hairos II maakt een ereronde op Duindigt
na zijn derde winst in de Grote Prijs
der Lage Landen.
Hieronder kunt u (via YouTube) Polygoon-beelden zien van
deze koers
Laatste overwinning
Eind september won hij het Kampioenschap van Nederland voor de derde
maal, voor Vrijdag en Jour de Java, ditmaal in feilloze draf. Het
zou de laatste overwinning uit zijn roemrijke carrière zijn.
In het buitenland had hij daarvoor nog gewonnen in het Otto Klosz-Rennen
in Hamburg-Bahrenfeld in een nieuw koersrecord en was hij derde
geworden in de Grote Prijs van Beieren (München-Daglfing) en
de Grote Prijs van Recklinghausen.
(We hebben ook beelden uit deze periode: In een TV-programma
blikt Willem Geersen terug op de beste drafsport-prestaties van
het jaar 1961, terwijl Hairos II aan zijn regenjas zit te knabbelen.)
Willem Geersen en Hairos II:
Het laatste koersjaar
In 1962 zou Hairos II als 11-jarige nog driemaal aan de start komen
in Nederland, hetwelk nog een tweede plaats opleverde.
(Ook te zien: unieke filmbeelden uit 1962, waarin Willem Geersen
op Duindigt door Jan Cottaar voor de TV wordt geïnterviewd
ter gelegenheid van de rentree van Hairos. Deze beelden worden becommentarieerd
door Harry van Ooyen en Hans Sinnige voorafgaand aan het W.H. Geersen
Memoriaal 2009).
Hairos II poseert hier met zijn Wereldkampioensdeken op,
vastgehouden door Freek Eerenberg bij het stalterrein
op de drafbaan van Hilversum,
klaar voor de hengstenkeuring.
Hairos als vaderpaard
Inmiddels was de ruim 1.61 m metende hengst vanaf 1961 voor de dekdienst
ingezet, het eerste jaar bij Geersen op Oud-Valkeveen, daarna achtereenvolgens
op stoeterij Elten bij Mees Alkemade, Haus Giesking in Buldern (Westfalen),
weer een jaar op Oud-Valkeveen, in 1965 en 1966 op stoeterij Elten
en vervolgens 2 jaar op de Olmenhof te Heurne bij Aalten. Tussen
1962 en 1969 werden van Hairos II, die bekend stond als een moeizame
dekker, in Nederland 30 kinderen geboren, in Duitsland 85. Van zijn
Nederlandse producten zijn er 22 gestart, die samen 475.649
wonnen. Zijn beste afstammelingen waren de ruin Eland 1.18,4a /
f 214.025, waarmee Jan van Dooyeweerd grote successen behaalde,
Darling Hollandia 1.19,6a / f 52.724 en de Derby-winnares van 1966:
Elisabeth Hollandia 1.22,6 / 32.799. In Duitsland had hij
in 1966 eveneens de Derby-winnaar, Gesell 1.19,2, terwijl verder
goede nakomelingen zijn de dekhengst Egil 1.18,8, Feldpost 1.19,2,
Vöros 1.18,2, Ingomar 1.18,2, Hairos Junior 1.18,2 en Ikarus
1.19,8.
Terug naar zijn geboorteland
In januari 1969 verkocht Geersen de hengst aan de Franse fokker
Jean Clerx, die een kleine stoeterij in Normandië had. Hairos
II stond in Frankrijk op de staatsstoeterij "Haras du Pin"
en bracht tussen 1970 en 1974 in totaal 63 dravers, met als snelsten
Entre Nous 1.19 en Esquirol 1.18. Laatstgenoemde heeft ook ter dekking gestaan en is de vader van de crack Poroto (1.14,3 - 1,1 miljoen Euro). Hairos is ook de vader van de
grootmoeder van de bekende Franse dekhengst Biesolo.
In juni 1979 stierf de oudwereldkampioen op 28-jarige leeftijd.
"Zo'n paard krijg je maar eenmaal in je leven, al word je duizend
jaar" was de mening van Willem Geersen over zijn kapitale draver.
Hairos II en Willem Geersen, een paar(d) apart.
Gefotografeerd in een stal in de USA.
Het prachtige schilderij van Hairos II,
dat jarenlang in het NDR-kantoor heeft gehangen,
hangt nu te pronken in het NDR-museum.
Daar ligt ook een hoef-ijzer van de hengst.
Verder staat er de sulky waarvoor hij
Wereldkampioen werd en de speciale helm,
die Willem Geersen toen droeg.
Koerscarrière Hairos II:
jaar |
lft. |
starts |
1e |
2e |
3e |
rec. |
|
winsom |
1953
1954
1955
1956
1957
1958
1959
1960
1961
1962 |
2j.
3j.
4j.
5j.
6j.
7j.
8j.
9j.
10j.
11j. |
6
26
24
17
26
22
22
30
16
3 |
0
2
3
1
7
5
17
20
9
0 |
0
3
1
1
2
0
1
5
0
1 |
2
5
2
0
4
2
1
1
3
0 |
1.32,2
1.23,2
1.21,6
1.20,6
1.19,5
1.15,9
1.16,3
1.15,8
1.18,6
1.20,9 |
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl. |
500
9.260
11.265
6.050
30.370
92.820
105.500
420.000
47.180
600 |
totaal |
|
192 |
64 |
14 |
20 |
1.15,8 |
Hfl. |
723.115 |
Gewonnen topkoersen
Prix d'Amérique, Vincennes 1960,
The International Trot, Roosevelt Raceway 1960
The Challenge Cup, Roosevelt Raceway 1960,
Prix de Washington, Enghien 1958, 1959
Prix d'Europe, Enghien 1958,
Elite-Rennen, Gelsenkirchen 1959, 1960
Gladiatoren Rennen, Hamburg Farmsen 1958
Matadoren-Rennen, Berlin-Mariëndorf 1960
Preis der Besten, München-Daglfing 1958, 1960
Preis von Deutschland, Hamburg-Bahrenfeld 1958, 1960
Die Trophae, Recklinghausen 1959
Nienhausen-Rennen, Gelsenkirchen 1959
Otto Klosz Rennen, Hamburg-Bahrenfeld 1961,
Grote Prijs van Aby, Göteborg 1960
Int. Mesterskab, Charlottenlund 1960,
Grote Prijs der Lage Landen, Duindigt 1959, 1960,1961
Kampioenschap van Nederland, Duindigt 1959, 1960, 1961
Titels
winnaar Europees Circuit 1960,
Draver van het Jaar 1960
(Europees record van 1.13,4 over 1 kilometer vliegende start met
gangmaker te Enghien, Frankrijk)
Voor wie aan het bovenstaande nog niet genoeg heeft, volgt hieronder een Duitse kijk op onze "Fliegende Holländer". Gevonden op de HVT-website onder Hall of Fame. Het bevat leuke en interessante achtergrond-informatie. Bijna waren de Duitsers ons voorgeweest bij de aanschaf van Hairos II!
Der gebürtige Franzose avancierte 1960 zum Europa- und Welt-Champion
»Wo die Franzosen mit ihren Elitepferden, hervorgegangen aus einer glücklichen Synthese des amerikanischen Speeds und der anglo-normannischen Ausdauer und dem europäischen Prüfungssystem für die Zucht des speed begabten Stehers mit der Betonung von längeren Rennen innerhalb vernünftiger Größen am besten angepasst, erscheinen, da beherrschen sie das Feld der internationalen Begegnungen. (…) Wie grundlegend sich die Dinge gewandelt haben, zeigt die Tatsache, dass Frankreichs Traberzucht ihren Angriff nicht nur über die Vogesen nach Deutschland, über die Ostsee nach Schweden und über die Seealpen nach Italien, sondern jüngst auch über den Atlantik siegreich in das Herz des amerikanischen Trabrennsports und seiner Zucht, nach New York und Kentucky und darüber hinaus nach Kalifornien getragen hat«.
So huldigte das »Album des deutschen Rennsports 1959« dem unaufhaltsamen Aufstieg der Tricolore-Trotter. Während jener Tage hatten sie in der Alten Welt nur zwei Pferde zu fürchten gehabt. Den Italien-Crack Tornese – gezeugt vom Franzosen Tabac Blond – und eben Hairos II, einen nach Holland verkauften Kairos-Sohn. Ausgerechnet dieser brillierte 1960 als Europa- und Welt-Champion, entfachte damit in seiner neuen Heimat einen Sturm von Trabereuphorie.
Als »Schnäppchen« nach Holland
»Vor einigen Jahren ging ein deutscher Trainer nach Frankreich, um für seinen Stall ein gutes Pferd zu kaufen. Unter anderen besichtigte und fuhr er auch Hairos II, ein fraglos mehr als nützliches Pferd, aber es gefiel ihm in seiner Gangart nicht. Dafür kaufte er für seinen Stall ein anderes Pferd, das dann auch zur Freude seines Besitzers das »Elite-Rennen« in Gelsenkirchen und auch große Rennen in Skandinavien gewann«. – Selbst wenn das »Album des deutschen Rennsports 1960« keine Namen nannte, so dürfte es sich um Eddy Freundt gehandelt haben, der für den westdeutschen Stall Kurier im Mai 1957 den Hengst Io d´Amour angekauft hatte. Zwar gewann der Braune neben dem »Großen Preis von Aby« (Göteborg) gleich noch die Elite-Prüfungen von Solvalla und Gelsenkirchen, doch diese Leistungen sollte der wegen schwankender Leistungen und seiner manchmal mäßigen Gangart verschmähte Kruithofsche Vierbeiner später glattweg in den Schatten stellen. Folgerichtig war weiter im »Album« zu lesen: »Aber auch Hairos II wechselte zu einem recht billigen Preis den Besitzer, denn ihn kaufte der ewige holländische Champion Willem H. Geersen für seinen Besitzer A. Voordouw. Das war fürwahr ein Glückskauf«.
Dafür sprach schon das Pedigree des Neu-Holländers, das auf der Vaterseite von Kairos geadelt wurde, dem Sohn des US-Amerikaners The Great McKinney und der legendären Uranie. Der 1922 geborene Beschäler beeinflusste zwischen den beiden Weltkriegen maßgeblich die französische Zucht. Allerdings fand der von Valentino Capovilla importierte Hengst kaum ein Echo bei Züchtern, durfte also nur wenige Stuten decken. Zum Glück war der Italiener aber mit einem gewissen Herrn Vanackere befreundet, der ihm seine Stute Uranie in Training gegeben hatte. Der Erfolg gab ihm Recht, denn die Intermède-Tochter beherrschte allein von 1927 bis 1929 den »Prix d´Amerique«. Da ernannte der französische Ackerbauminister den Italiener Capovilla im Frühjahr 1930 sogar zum »Ritter der Ehrenlegion«! Im gleichen Jahr beendete die gesunde und unverwüstliche Uranie auch ihre Karriere und wurde – was lag näher – The Great McKinney zugeführt. Ihre erste Verbindung brachte einen Fehlschlag, erst ein erneuter Versuch bescherte den erhofften Durchbruch:
Uranie kam 1932 mit Kairos nieder! Dieser Hengst – später sechsfacher Champion der Vaterpferde in Frankreich – genoss höchstes Ansehen. Er zeugte im Gestüt 247 Traber, unter ihnen 1950 die später legendäre Gelinotte. Lediglich ein Jahr nach der Geburt dieser »Diva« erblickte Hairos II das Licht der Welt. Dank der Mutter floss reichlich Vollblut in seinen Adern, denn Salambo II ist über ihren Erzeuger Limoges eine Enkelin der Bagatelle II, ihrerseits eine Tochter des »Prix d´Amerique«- Triumphators Reynolds V und der Vollblüterin Vèlès. Diese wiederum gilt als Nachkomme des französischen Galopp-Derbysiegers Nègofol und Enkelin des im »Grand Prix de Paris« siegreichen Rueil.
Als aus einer französisch-amerikanischen Kreuzung hervorgegangener Hengst mit starkem Vollblutanteil machte Hairos II somit feine Empfehlungen geltend. Doch sollte sich der Braune als typischer Spätentwickler entpuppen. Erst 1958 wartete er mit einem echten Paukenschlag auf, denn am 2. August donnerte er im »Prix de Washington« 1:15,9 / 1620 Meter auf die Piste von Enghien. Damit avancierte Hairos II nach Tornese und Jariolain zum drittschnellsten, auf dem Kontinent gezogenen Traber. Praktisch über Nacht war ein neuer »Stern« am europäischen Traberhimmel aufgegangen.
Ein »Absahner« auf deutschen Pisten
Ein erstes Ausrufezeichen in Deutschland setzte der französisch-holländische Crack am 7. September 1958 im »Gladiatoren-Rennen«, dem Saisonknüller in Hamburg-Farmsen. Als Hairos II auf dem letzten Distanzdrittel im Rush an die Spitze des Feldes gestürmt war, zeigten sich die Gegner sofort außerstande, dem Tempo zu entsprechen. Am besten verkaufte sich noch Ivacourt, der den Rückstand mit drei Längen einigermaßen in Grenzen hielt. Verlockend günstig fand es der schnelle Niederländer, der mit seiner verhältnismäßig niedrigen Gewinnsumme lediglich die 40 Meter-Mindestzulage für Ausländer gutzumachen hatte, im Bahrenfelder »Preis von Deutschland« vor.
Ohne von Jan Kruithof sonderlich bemüht zu werden, knöpfte der 14:10-Favorit in 1:19,1 / 2640 Meter der tapferen Eifersucht gleich mehr als fünf Längen ab. Dabei verfehlte der Sieger den 1957 von Gelinotte aufgestellten Rennrekord um die Winzigkeit einer Zehntelsekunde. Anfang Oktober kannte Hairos II im Daglfinger »Preis der Besten« keine Gnade und hängte in 1:22,1 / 2650 Meter den schwedischen Spitzentraber Tampiko mit mehr als sechs Längen ab. Das dritte Geld holte die Französin Ica VI, womit faktisch der Vorhang für die deutschen Vertreter gefallen war. Ausländische Pferde, vor allem in Frankreich gezüchtete, schalteten und walteten fast nach Belieben auf den Pisten Europas.
Und ein Duell zweier Giganten stimmte im »Großen Preis der Niederlande« 1959 so recht auf die nächsten Saisonhöhepunkte ein. Erstmals gefahren von Willem Geersen, zog Hairos II in Duindigt – alle Zuschauer- und Umsatzrekorde wurden pulverisiert – dem vergeblich attackierenden »Erzfeind« Jamin, freilich mit einer 20 Meter-Zulage belastet, leicht und locker den Zahn. Dieses Abschneiden sollte der Kairos-Sohn einen Monat später im »Elite-Rennen« von Gelsenkirchen untermauern. Riesige Menschenmassen pilgerten zur Traditionsbahn, auf der man einen Dreikampf zwischen den Euro-Cracks Jamin, Icare IV und Hairos II erwartete. Letzterer erschien schon nach halbem Wege an der Spitze des Zwölferfeldes, als im Einlaufbogen die designierten Herausforderer nahten. Am Ende deckte der 24:10-Favorit beträchtliche Reserven auf und vergrößerte seinen Vorsprung auf Icare IV mühelos. Während der Sieger den Rennrekord auf 1:18,3 / 2540 Meter drückte, verbesserte der Zweite den Bahnrekord auf 1:18,0 / 2560 Meter.
Nichts für schwache Nerven war der »Große Preis von Recklinghausen«, ausgeschrieben als internationales Stichfahren 2:3. Im 1. Lauf verkraftete Hairos II seine 60 Meter-Höchstzulage anstandslos und fertigte Wallgunde in 1:16,3 ab, also in einer Zeit, die in deutschen Rennen noch nie getrabt wurde. Die zweite Sensation folgte im zweiten Stechen auf dem Hufe. Als Geersen seinen Schützling im Einlaufbogen etwas hart anfasste, reagierte der mit einem Rumpler und trat sich ein Eisen ab. Das folgende Finish schilderte ein Zeitzeuge: »Mit großer Treue – und, was verständlich ist, nicht idealer Gangart – kämpfte er sich aber trotzdem an Iolcos heran und schien diesem den Sieg entreißen zu können, fiel aber genau auf der Ziellinie in eine Galoppade, die seine Disqualifikation erforderlich machte«. Da war auch die 1:15,7-Kilometerzeit reine Makulatur.
Eingedenk dieses Pechs hatte Trainer Geersen die Nase erst einmal restlos voll von Stichfahren und strich das Mariendorfer »Matadoren-Rennen« aus seinem Kalender. Frischen Mut tankte man dagegen in Frankreich, wo Hairos II am 1. August im Enghiener »Prix de Washington« mit zwölf Gegnern Katz und Maus spielte. An gleicher Stelle überzeugte der Crack Tage später bei einem 1000 Meter-Rekordversuch mit einer 1:13,4-Marke! Aber dieser Tempolauf hatte ziemlich an den Kräften gezehrt, wovon nur zehn Tage später ein krasses Versagen im Fünf-Millionen-Francs-Rennen »Prix d´Europe« kündete.
Der Schreck muss den Recklinghäusern offensichtlich arg in die Glieder gefahren sein, als das Engagement von Hairos II im 1953 begründeten »Trophäe«-Klassiker (2600 Meter) verbrieft war. Obwohl die Vorstarterliste elf Kandidaten ausgewiesen hatte, wagten sich nur vier Inländer, zwei Russen sowie ein Franzose in die Partie, mit denen der Oranje-Hengst – trotz der 80 Meter-Zulage – natürlich kurzen Prozess machte. Die weiteren Ränge ergatterten Jovial und Trepet. Schon ein Zwischenspurt in der Überseite hatte die frühe Entscheidung gebracht… Ein nächstes Raunen ging durchs Publikum, denn mit 1:19,7 hatte der Sieger den bisherigen Rennrekord (Io d´Amour / 1:20,9) um mehr als eine Sekunde unterboten.
Ein dickes Ausrufezeichen setzte Hairos II im Oktober 1959, als in Gelsenkirchen das »Nienhausen-Rennen« für ein rappelvolles Haus sorgte. Kein Wunder, denn Hairos II musste seinen Konkurrenten auf dem 3200 Meter-»Kanten« bis zu 120 (!) Meter geben. Trotzdem schickte man den Geersen-Schützling als 14:10-Top-Favoriten in die Partie, was der Hengst mit einem atemberaubenden Part rechtfertigte. Schon weit vor dem Ziel stand der Triumph des Kairos-Sohnes fest; der Richterspruch »Weile« sprach einfach Bände. Deklassiert endeten Tilkorns Inländer Scipio und Kraums Franzose Fifi beau Gosse. Somit hatte sich Hairos II in Deutschland endgültig als echter »Absahner« geoutet, denn sechs Lorbeerkränze 1958/59 sind für einen Gasttraber kaum die Regel.
Unterschätzt im Prix d´Amerique
Nur eine ganz winzige Außenseiterchance billigte man Hairos II im »Prix d´Amerique« 1960 zu. Das »Rennen der Rennen« würde ja eine ganz andere Qualität als holländische und deutsche Prüfungen besitzen, orakelten die meisten Fachleute. Und so fand sich der »Fliegende Holländer« im Feld der 18 Starter nur als 437:10-Außenseiter wieder, was sich bei sonnigem Wetter vor mehr als 50.000 Zuschauern rächen sollte. Der gewiefte Willem Geersen ließ seinen Schützling im Knäuel der 17 Duos, die sich hinter dem ersten Band drängten, konsequent Speed gehen. Einmal an den Stangen, begann der niederländische Champion, das Tempo zu regulieren. Selbst in dieser Phase hätte kaum jemand einen Pfifferling auf Hairos II gegeben, denn erst ausgangs des Einlaufbogens erschienen die Speedpferde auf der Szene.
Vor allem Tornese, erklärter Favorit aller Italiener, inszenierte in der Distanz einen brandgefährlichen Angriff. Aber Hairos II legte stets zu und triumphierte – zwar nicht in lupenreinem Takt – in 1:21,3 gegen Tornese und den »fliegenden« Jamin, der letztlich an seiner 50 Meter-Zulage scheiterte. Ihm ging Hairos II dann tunlichst im »Prix de France«, im »Prix de Paris« und im »Criterium Continental« aus dem Wege. Das Resultat des Vincenner Monster-Rennens ließ trotzdem erahnen, dass Jamin, Tornese und Hairos II fast ebenbürtig waren. Über Sieg oder Niederlage sollten meist Rennverlauf und Tagesverfassung entscheiden, woran selbst der Triumphzug des Niederländers im »Grand Circuit« 1960 nichts zu ändern vermochte. Den Zirkel-Thron hatte Hairos II nach Erfolgen in der »Internationalen Meisterschaft von Kopenhagen« und im »Großen Preis von Aby« ja faktisch schon erklommen. Trotzdem provozierte gerade der nächste Streich ein Rauschen im Blätterwald.
»Im hellen Sonnenschein stand ein kleines, blondes Mädchen auf dem grünen Rasen vor dem Zielrichter-Turm der Rennbahn von Duindigt und schluchzte herz erweichend. Sein rechtes Händchen hatte sich in den rotseidenen Ärmel des wuchtigen Mannes verkrampft, der auf dem für seine gewaltigen Körpermaße eigens konstruierten Rennwagen saß. Und auch diesem Manne, ihrem Vater, standen die Tränen in den Augen. Willem Geersen war nach dem Großen Preis der Niederlande mit Hairos II zur Siegerparade angetreten«. Dabei hatte sich der vierbeinige Lokalmatador nur zehn Tage zuvor in Recklinghausen beim Aufwärmen arg verletzt… Die Wunde war zwar verheilt, aber berechtigte Bedenken machten hinsichtlich der Rennkondition die Runde. Also entschied man, den Hengst »ohne Wetten« laufen zu lassen. Aber Hairos II fegte auf dem schwierigen Kurs alle Bedenken mit einem Sturmlauf hinweg, der in einem leichten Erfolg kulminierte.
Mit der »halben Bahn« wiederholte der Holländer dann seinen Triumph im Gelsenkirchner »Elite-Rennen«, in dem er Kaid D sage und schreibe zehn Längen abknöpfte. In neuer 1:18,6-Rennrekordzeit, die alte 1:19,0-Marke hatte Gelinotte gehalten, triumphierte Hairos II Ende Juli auch im »Preis von Deutschland«, der großen Bahrenfelder Steherprüfung. Iskander F. und Alfa Romeo hatten klar das Nachsehen gehabt. Somit avancierte der Hengst nach Walter Dear (1931 / 1933) und Ahne (1943 / 1944) zum erst dritten Doppelsieger. Kurzum, der Weg über den »Großen Teich« war für den Geersen-Stolz geebnet!
Ein Doppelschlag in den Staaten
Hatte Trainer Geersen 1959 die Einladung in die USA mit den Worten »Ist zu weit!« noch abgelehnt, so zauderte der alte Fuchs ebenso ein Jahr später. Im Hinterkopf den Gedanken: In Abwesenheit anderer Euro-Cracks würde man ja in Europa reiche Ernte halten können… Mal hüh, mal hott! Auf diese Taktik pochte der Holländer einige Wochen lang, einem »Ja« folgte das »Nein«. Diese Farce beendeten erst beherzte Amerikaner, die kurzerhand mit einem Pferdetransporter vor Ort aufkreuzten und das vierbeinige Objekt ihrer Begierde »entführten«. Da vermeldete die Fachzeitung der Niederlande nach diversen Dementis lapidar: »Hairos II ist nach Amerika unterwegs!«
Alle Rekorde wurden an jenem 20. August 1960 auf Roosevelt Raceway in New York gebrochen. Genau 58.461 Zuschauer füllten die Piste bis hinein in den letzten Winkel. Mehr als 2.730.000 Dollar wurden in neun Abendrennen gewettet, allein 363.140 Dollar (fast 1,5 Millionen DM) flossen im »International Trot«, der inoffiziellen Weltmeisterschaft, durch die Kassen. Doch bereits nach der Auslosung gab es lange Gesichter bei den Gästen: Als besonderes Kompliment für die zahlreich anwesenden Italiener hatte man den römischen Züchter und Ex-Präsidenten der italienischen Besitzer-Vereinigung, General Giorgi-Monfort gebeten, die Startplätze mit eigener Hand zu ziehen. Unfreiwillig erwiderte er diese freundschaftliche Geste, indem er seinen Gastgebern die bestmögliche Chance zuschob. Silver Song wurde von ihm mit »1« bedacht. Nachdem der Neuseeländer Durban Chief und Kanadas Tie Silk die folgenden Nummern gezogen hatten, kam Hairos II mit Nr. 4 von allen Beteiligten Europas noch am besten weg.
Das hinderte den Schützling von Willem Geersen längst nicht an einem knappen 1:16,5-Triumph über den zeitgleichen Italiener Crevalcore und den favorisierten Silver Song. Stunden später noch sollen einheimische Trainer ihre weisen Häupter staunend geschüttelt haben. Unfassbar, dass ein Traber wie Hairos II auf »ihrer« 800 Meter-Bahn zweieinhalb Runden lang in Außenspuren marschieren und dann auch noch gewinnen konnte. Nicht nur das, denn die beiden Erstplatzierten hatten ja noch den am 27. August 1953 aufgestellten Weltrekord für Halbmeilen-Pisten um eine glatte Sekunde unterboten.
Allerdings hegte man für die Revanche im »Challenge-Cup« einige Hoffnungen, weil der »Fliegende Holländer« phasenweise in unschöner Aktion über den Kurs geeilt war. Aber jegliche US-Ambitionen zerstoben auf der 2011 Meter-Distanz, denn Hairos II triumphierte im »Cup« nun ganz überlegen in 1:16,3 gegen Tornese und Trader Horn; und das immerhin für Toto 31:10. Man durfte einen neuen »Weltchampion« feiern! Nebenbei holte der Holländer ebenso das »Europa-Championat« gegenüber dem in Mariendorf stationierten Import-Franzosen Ivacourt und dem leider eingegangenen Kaid D. Hinter ihnen rangierten die skandinavischen Cracks Willburn und Adept. Überraschenderweise konnte sich kein Italiener auf den vorderen Rängen behaupten.
Nie, nie wieder ein Heatfahren!Frisch gewaschen, wieder mit Schlips und Kragen, zwängte Willem Geersen gegen Abend seine stattlichen 235 Pfund in ein Gartenstühlchen vor dem Mariendorfer Vereinshaus. Er ließ sich ein kühles Bier schmecken, ehe er schmunzelnd eröffnete: »Nie, nie wieder ein Heatfahren!« Selbst wenn dieser Spruch übertrieben wirkte, so ließ er viel Klasse und Dramatik erahnen, die auch das »Matadoren-Rennen« 1960 gewürzt hatten.
Im 1. Stechen trat Hairos II, der 40 Meter geben musste, gewohnt ruhig ein. Bald merkte sein Trainer, dass das Feld enteilte. Jetzt drehte das Gespann gewaltig auf, meisterte den letzten Kilometer in 1:14,0 und erzielte ganz nebenbei mit 1:16,5 einen neuen Bahnrekord. Aber gewonnen hatte Alfa Romeo, einst großer »Derby«-Favorit. Frau Voordouw haderte sichtlich mit dem Schicksal, dass ihr Liebling (»Er ist unser bester Freund!«) nun vielleicht drei oder gar vier Läufe überstehen müsse. Entsprechend ihr Kommentar: »Ich hielte es für besser, wenn Hairos II gleich nochmals geschlagen würde. Das erspart ihm weitere Starts«. Tatsächlich blieb ihr Logenplatz während des dritten Stechens – im zweiten Test hatte Hairos II, trotz eines Fehlers, nach Kampf den Spieß gegen Alfa Romeo umgedreht – verwaist. Die Dame brachte es nicht übers Herz, einen neuerlichen Kraftakt ihres Lieblings mit ansehen zu müssen. Denn Willem Geersen pochte sofort auf Offensive, worauf Hairos II mit einer heftigen Galoppade reagierte. Aber der Favorit gab die Partie nicht verloren und fing tatsächlich Ivacourt, Willburn und Alfa Romeo noch ab.
Im Gegensatz zu Mariendorf ließ sich Willem Geersen eine »Molle« schon vor dem Daglfinger »Preis der Besten« munden, denn die Gastgeber hatten Aktive und Besitzer am Vorabend ins Festbierzelt der Löwen-Brauerei eingeladen. Aber am ersten Oktober-Sonntag verteilte der Niederländer vor mehr als 25.000 Zuschauern trotzdem keine Geschenke, sein Hairos II zerschmetterte – nach einem Gewaltangriff auf der Stallgeraden – jegliche Konkurrenz. Da mussten sich Bayerns Steher-König Anwalt und Alfa Romeo mit den kleineren Prämien bescheiden. Somit verewigte sich der prächtige Kairos-Sohn nach 1958 zum zweiten Mal in den Annalen, was bis dahin keinem Pferd gelungen war.
Unter den Klängen der holländischen Nationalhymne fuhr Geersen seinen Schützling vor den Turm der Rennleitung. Da hatten sich seine Frau und das Besitzerehepaar Voordouw eingefunden. Und ihr vierbeiniger Stolz gab sich äußerst übermütig, schien lediglich eine bessere Arbeit absolviert zu haben. Seine Umgebung sah sich maßgeblich in ihrem Plan bestätigt, im Herbst nochmals die besten Amerikaner herauszufordern. Zwei Tage später wurde Hairos II in die USA geflogen; und das nach einer Kräfte zehrenden Saison. Dass Übermut aber selten gut tut, musste Trainer Geersen nun in den Staaten durchleiden. Während Hairos II am 11. Oktober im »Gotham Trot« auf der Yonkers-Bahn nach einem Kilometer an einer schweren Galoppade scheiterte, landete er eine Woche später an gleicher Stelle im »Preis der Vereinten Nationen« unter »ferner liefen«. Man hatte Hairos II die Flügel gestutzt; auf seinem Welt-Titel senkte sich ein erster Schatten!
Absage an Roosevelt Raceway
Eine Titelverteidigung im »Prix d´Amerique« blieb Hairos II 1961 von Hause aus versagt. Einerseits hätte er eine 25 Meter-Zulage ausgleichen müssen, andererseits war der Crack – mit einem Beinschaden vorn rechts – zu Tagen des Vincenner Wintermeetings kaum in bester Verfassung. Diese Einschätzung untermauerte nach viermonatiger Pause ebenfalls der Start am 11. Mai auf der Mereveld-Bahn (Niederlande), denn Hairos II – er hatte bereits einige Stuten gedeckt – musste als Erster disqualifiziert werden. Trainer Geersen sah das seinem Schützling nach und fasste eine Expedition zum Bahrenfelder »Otto Kloss-Rennen« ins Auge. Und er sah sich längst nicht enttäuscht, denn sein mit einer 80 Meter-Zulage bedachter Schützling rannte alle sieben Gegner in Grund und Boden und drückte den Rennrekord um fast eine Sekunde auf 1:19,0.
Mit einem dritten Rang im »Großen Preis von Recklinghausen«, erzielt in 1:18,3, signalisierte Hairos II Mitte Juni den nächsten Formanstieg, der auch einem Alvin Weil nicht verborgen bleiben konnte. Folgerichtig versuchte der extra aus New York angereiste Vorsitzende der Rennbahn Roosevelt Raceway, dem Holländer Geersen eine Einladung zum »International Trot« am 15. Juli schmackhaft zu machen. Aber der Zwei-Zentner-Trainer blieb eisern: »Eine zweite Schmach in Übersee möchte ich vermeiden. Ich reise nur an, wenn wir eine absolute Siegchance besitzen«. Den Journalisten erklärte der Champion, dass die Bahnen von Amerika außerordentlich hart seien und damit reines Gift für den »beinlädierten« Hairos II wären. An dieser Entscheidung änderte selbst der dritte (!) Streich im »Großen Preis der Niederlande« herzlich wenig, dem wichtigsten Rennen Hollands. Bei brütender Hitze riss der am Ende »fliegende« Hairos II – in der Distanz kurz wechselnd – einen knappen Erfolg aus dem Feuer, den das Foto bestätigte.
Weil der Geersen-Crack eine 60 Meter-Zulage gegen sich gehabt hatte, durften sich seine Fans über mehr als fünffaches Geld in der Siegwette freuen. Somit legte der Hengst nochmals Ehre für seinen Vater Kairos ein, der gerade im Alter von 29 Jahren eingegangen war. Darauf war sein Pariser Besitzer Albert Domicent allerdings mental vorbereitet, denn er hatte den Hengst wegen akuter Altersschwäche nicht mehr für Paschadienste herangezogen. Im Juli stellte sich Hairos II erneut der Konkurrenz, musste in Mereveld eine 80 Meter-Zulage verdauen. Die war schnell aufgeholt, nach 2180 Metern war der Oranje-Crack in 1:19,9 »allein auf weiter Flur».
Nach seinem Abschied von den Rennbahnen der Welt deckte Hairos II 1962 auf dem Traditionsgestüt Alkemade in Elten (Emmerich / Niederrhein), ehe man ihn zwölf Monate später im westdeutschen Gestüt Haus Giesking (Buldern / Westfalen) aufstellte. Selbst wenn Hairos II nicht annähernd an die Zuchtleistungen seiner Eltern anzuknüpfen vermochte, so lobten seinen zweiten Jahrgang immerhin zwei »Derby«-Sieger. Während sich Kalli Heitmanns Lasbek-Vertreter Gesell (v. Hairos II a.d. Purzelina) in Deutschland behauptete, schlug in den Niederlanden Elisabeth Hollandia der Stallgefährtin Emberiza S ein Schnippchen. Und in der Dortmunder Westfalen-Halle präsentierte sich Hairos II im Schmucke der Decke eines World-Champions 1960 letztmals einer großen Fangemeinde. Sehr treffend lautete das Motto der Veranstaltung: »Das Pferd muss bleiben!« Dem ist nichts hinzuzufügen.
Gerd von Ende
|